Cedric Apikian & Denis Rodier – De 3e kamera. Standaard Uitgeverij, 2025. 152 pagina’s. € 32,50
Dit boek handelt over de cameramannen die door de nazi’s werden gebruikt om de officiële nazi-propaganda van beelden te voorzien. Walther Frentz is in feite de hoofdfiguur van het verhaal dat zich afspeelt in Berlijn net na de overgave van de Duitsers. De stad is bezet door Russen en Amerikanen, er wordt jacht gemaakt op de laatste verborgen cellen van het Duitse leger. De mannen van de Propagandakompanien (PK) proberen, net als andere betrokkenen, zichzelf in veiligheid te brengen. We zien Amerikaanse Militaire Politie (MP) in actie in de stad. Een van de officieren daar laat Egon Krabe gaan, een van de cameramannen. Die heeft echter een camera van Walther Frentz in bezet, de zogenaamde derde camera, en wil die afgeven aan de MP. Dat gebeurt dan ook tijdens een verhoor, want Krabe zoekt in de puinhopen naar leden van de familie Strauss en wordt daarbij betrapt. Een van de Straussen wordt namelijk gezocht door de MP, hij was SS-officier, zou eigen mensen hebben doodgeschoten die hij van desertie verdacht. Deze officier houdt zich ook daadwerkelijk schuil in de puinhopen van de stad. Hij heeft een Weerwolfmilitie opgezet, nazi’s die zich verzetten tegen de Russen en Amerikanen door ze te vermoorden. Voordat hij wordt gepakt, weet hij nog aardig wat Amerikanen om zeep te helpen. Maar ook hij komt dus voor op foto’s van Frentz’ derde camera. En zo grijpen een paar verhalen die zich parallel afspelen in elkaar. Het komt er uiteindelijk op neer dat dé nazipropagandisten bij uitstek, zij die de ‘heldendaden’ van de nazi’s in beeld brachten, de fotografen van de PK, er allemaal een geheime agenda op na hielden, die derde camera dus, waarmee extra informatie werd vastgelegd die interessant zou kunnen zijn voor het Neurenbergtribunaal. Het boek wordt uitgeleid met een uitgebreid dossier met veel foto’s over de PK-fotografen en hun functioneren. Interessante informatie gevoegd bij een strip die een beetje last heeft van de chaos in het naoorlogse Berlijn en daardoor zelf wat chaotisch overkomt.
