Jean Philippe Thivet, Arnaud de la Croix & Vicente Cifuentes – De koningen der Belgen. Le Lombard, 2025. 80 pagina’s. € 21,99
Soms verschijnen er boeken waarvan je het hogere doel ontgaat. Bij het omslag van dit boek meende ik een historische opsomming van de koningen te mogen verwachten die het land regeerden en hun belangrijkste daden. Dat belooft de tekst op de achterzijde ook, daar is sprake van ‘de meest gedenkwaardige momenten uit de bewogen geschiedenis van België’. Als je een beetje historisch bewustzijn hebt, zul je de meeste koningen der Belgen wel kennen en misschien zelfs wel hun belangrijkste daden. Leopold II is een goed voorbeeld, de koning die steenrijk werd door Kongo en daar zijn land mee opbouwde. Daarbij is overigens ook veel aandacht voor de zwarte zijde van zowel de koning als zijn omgang met de bevolking in Kongo. Wie en wat Leopold I was en Leopold III was me veel minder bekend en na het lezen van het boek is me dat ook niet zoveel duidelijker geworden. Verder dan de clichés die ik erover gehoord heb kom ik met dit boek niet. Albert I, koning van 1909 tot 1934, hield van klimsport en verongelukte daarbij. Maar zijn houding in de Eerste Wereldoorlog die hem veel krediet bezorgde bij de bevolking, komt niet aan bod, wordt terzijde genoemd. Van Leopold III horen we daarentegen weer vrijwel uitsluitend dat hij foute keuzes maakte in de Tweede Wereldoorlog. En zo komen de zeven koningen sinds 1831 allemaal kort voorbij, maar komen we niet verder dan wat anekdotiek, wat feitjes. Wat heb ik daar als lezer aan en wat willen de makers me hiermee duidelijk maken? Dat er zeven verschillende koningen zijn geweest met verschillende specifieke kenmerken? Ik vind het allemaal niet erg sterk, had liever een boek met wat meer historische duiding gelezen. Nu weet ik niet meer dan ik vóór het lezen van het boek wist. Beetje zonde van de tijd.



