Sylvain Cordurié & Vladimir Krsti-Laci – Magiërs. Necromagiërs 8. Belkiane. Daedalus, 2025. 52 pagina’s. € 12,25
De vorst Huguart is een wrede vorst. Door een familievete met zijn neef Rylantas is hij de macht in zijn land kwijtgeraakt en met zijn laatste tweehonderd soldaten is hij op zoek naar een schuilplaats. De necromagiër Belkiane moet hem en zijn troepen leiden naar een burcht ergens diep in een moeras, de burcht van Sleda. De burcht zou daar zijn gebouwd door heer Desdelande, een geheimzinnige edele die de ene burcht na de andere liet bouwen, ogenschijnlijk zonder doel. Belkiane weet de burcht te vinden die verlaten lijkt. Maar eenmaal binnen de muren treft men vele soldatenlijken aan, grotendeels gemummificeerd . Ze lijken een vreemde dood gestorven te zijn. Maar ze vinden nog meer in de burcht, een geketende dwaas die hen waarschuwt voor hun afschuwelijke lot. En een muur waar een magiër half in vast zit. Hij is dood, maar het is duidelijk, achter die muur is iets. Huguart zet zijn soldaten eraan. Zijn zoon Tanyar probeert Belkiane te verleiden, maar dat staat ze niet toe en ze wil ook hem niet vertellen wat ze vermoedt of weet. Er blijkt een poort te zijn naar een andere dimensie, een dimensie waar wezens huizen die over gruwelijke machten beschikken. Intussen valt Rylantas de burcht aan, hij heeft zijn opstandige oom gevonden. Ook als die de doden uit de burcht tot leven laat wekken door Belkiane, dan nog lijkt de nederlaag zeker. Totdat Belkiane een zielendrinker uit de andere dimensie haalt op bevel van Huguart. En hoe ze ook gewaarschuwd worden om dat niet te doen omdat het een macht is die men niet kan beteugelen, Huguart wil het per se. Dat had hij beter niet kunnen doen.
Necromagiërs zijn magiërs die sterker zijn dan de dood. Die is dus altijd nabij en wordt geëtaleerd in al zijn gruwel. Dat maakt deze verhalen zwaar en dreigend. Maar het levert wel aansprekende strips op.




