Nicolas Jarry & Jean-Paul Bordier – Dwergen 24. Akab van de zwervers. Daedalus, 2025. 64 pagina’s. € 12,25

De zwervende dwergenbende bestaande uit Tadgar, Lygdr, Akab, Damn en haar broer Walgrim, worden al een tijdje gevolgd door een vliegende demon. Steeds opnieuw weten ze hem te ontlopen en omdat ze hem zat zijn, lokken ze hem in een havenstad in de val. Ze verstoppen zich in een herberg vol huurlingen en lokken zo een aanval van de demon uit. Als die binnenvalt storten direct alle huurlingen zich op hem. De bende besluit nu over zee te vluchten voor die huurlingen, want als die merken dat ze gebruikt zijn, zullen ze zich willen wreken. Ze laten zich ronselen door een kapitein die op zoek is naar een schat die Het Lot wordt genoemd. De kaart van de plek waar de schat ligt heeft die kapitein echter gestolen van een piratenkapitein, De Zwarte Wolvin. Zodra het schip met de bende van wal steekt, worden ze gevolgd door het schip van de Zwarte Wolvin. Dat voert hen naar een mobiel pirateneiland, Port-Brume. Na een paar zeeslagen met veel doden en gewonden, weet de bende toch te ontkomen aan de Zwarte Wolvin, met name door de kundige vaartechniek van Akab. Hij blijkt in een vorig leven kapitein op een schip te zijn geweest. Hij weet ook veel over de schat, sterker nog, het vinden ervan is voor hem van persoonlijke waarde. Het waarom zal lopende het verhaal blijken. Maar alvorens ze bij de schat zijn moeten ze zich nog verweren tegen een woeste stam goblins. Gelukkig is de afgod van de goblins op de hand van de bende.

Dit verhaal van de dwergenbende is opnieuw spannend en goed gemaakt. Hoewel er ook allerlei clichés voorbij komen is de hele reeks in grote lijnen van uitstekende kwaliteit. Het universum van Aquilon blijkt op vruchtbare bodem gebouwd.