Stéphane Tamaillon & Raoul Paoli – Katsuo 2. De strijders van de tijd. Daedalus, 2025. 56 pagina’s. € 12,25
Katsuo is een Japanse tiener. Hij komt uit een familie van zwaardvechters en zijn opa is een van de beste instructeurs op dat vlak. Maar Katsuo doet liever videogames en vindt het hele gedoe met trainen en discipline en zo onzin. Op een avond als hij weer eens op zijn donder heeft gehad voor zijn luiheid, ligt hij op bed nog tot laat te lezen. Als hij een vreemd geluid hoort op de gang, gaat hij kijken en ziet hij zijn opa naar een geheime gang sluipen en die ingaan. De jongen volgt hem en komt in een kelderruimte terecht waar een oeroud harnas en allerlei wapens liggen opgeslagen. Zijn opa volgt daar een ritueel. Als hij weer vertrokken is, blijft Katsuo achter en verkent hij de ruimte. Dan stuit hij op een prachtig zwaard, maar als hij dat oppakt heeft dat grote gevolgen. Er komt een lichtflits uit en ineens bevindt Katsuo zich in de zeventiende eeuw. Daar ontmoet hij leeftijdgenoten, Naomi en Honjo. Ze beleven samen een spannend avontuur, maar in dit tweede boek treffen ze elkaar weer. Want bij zijn terugreis door de tijd van de zeventiende eeuw naar zijn eigen tijd, is Yoko heimelijk meegereisd. Zij zit achter het harnas van de Zwarte Samoerai aan en weet het Katsuo te ontfutselen. Ze hult zich erin en wordt een machtig strijder. Ze zoekt de Japanse maffia, de yakuza, op en laat hen voor haar werken. Ze is op zoek naar de Kage No Jiin, de tempel van de zwarte schaduwen. Daar hoopt ze enorme krachten te verwerven om haar macht over de wereld te vergroten. Katsuo, Naomi en Honjo moeten dit zien te voorkomen.
Deze manga is geschreven en getekend door Franse stripmakers die zich overduidelijk hebben verdiept in het genre. De strip ziet er uit als een Europese, full colour, flink albumformaat. Het verhaal vond ik niet bijzonder, maar voor de wat oudere kinderen is het volgens mij een spannend verhaal. Europese manga voor tieners kortom.